woensdag, februari 28, 2007

Intussen is het hier al eind februari

...en volop lente naar mijn gevoel, ik zit voor het raam te kijken naar de grote palmboom van de buren en een staalblauwe hemel die zich geregeld even verstopt voor een regen-of hagelbui. Het universiteitsleventje kabbelt rustig verder.. alhoewel rustig, ik kan niet zeggen dat het ooit rustig is geweest in mijn intussen bijna zes jaar unief. Binnen twee weken moet er alweer een paper binnen (voor het vak “Research Methods”), eind april nog drie, en daarna moeten we volop aan onze thesis beginnen – die in september al binnen moet zijn. Het is gekkenwerk, echt waar, maar ik heb gelukkig al een onderwerp voor al deze papers en thesis.

Maar ook al is het een zwaar jaar, ik heb me nog nooit zo op mijn plaats gevoeld op de universiteit dan hier in Bristol. Er is hier veel meer ruimte voor discussie en uitwisseling dan vorige jaren, wegens het feit dat alles in British Sign Language wordt gezegd/vertaald. Heerlijk, die toegankelijkheid. Het was dan voor mij ook heel raar vorige week toen Brigitta en Wouter op bezoek kwamen, horende vrienden uit België. Ik was het niet meer gewoon om niét te kunnen volgen in groep omdat in de groepssituaties waarin ik hier terecht kom steeds BSL gebruikt wordt! (Maar dat neemt niet weg dat het heel erg leuk was om hen terug te zien !! :-))

Maar dus over de lessen: de groep is vaak ook heerlijk gemixt; zo hadden we vorig week een les van ‘Advances in Deaf Studies’ over ‘deaf sociology’; het topic was variaties in dove families. Stel je een groep voor met: een Taiwanese met dove ouders, een dove Belgische met een doof zusje (ik dus ;-)), een Noord-Iers doof meisje uit een gebarende dove familie; een Welsch doof meisje uit een dove familie waar ze géén BSL gebruiken, een persoon met dove ouders die op het CDS werkt, een Engels doof meisje met één dove ouder dat op latere leeftijd gebarentaal heeft geleerd, en nog enkele anderen. Echt zo interessant om verschillen en gelijkenissen te bediscussieren, naargelang land van afkomst en familie-achtergrond. Er is nu meer uitwisseling dan in het begin en er is meer een combinatie van boekenkennis/zelfstudie en discussies in de lessen. ‘Mental health’ heb ik intussen ingewisseld voor een vak dat gaat over bilinguale opvoeding. Dat interesseert me toch nog een stuk meer. Dan is er nog Deaf History en dat is ook enorm interessant want er komen toch altijd nieuwe feiten en weetjes en patronen binnen waardoor je steeds weer beseft hoe vreselijk complex alles toch is. En Paddy Ladd is eigenlijk ook gewoon een heel aangename, open lesgever.

Anderzijds is het soms ook wel erg frustrerend om te merken hoe moeilijk het is om verder te raken als dove persoon. Ik heb me door het horende universitair onderwijs in Leuven heen geknokt; kom dan hier om wat bij te leren – na een jaar beurzen gezocht te hebben- en wil uiteindelijk eigenlijk meer (antropologisch) onderzoek doen, in, met of rond dove personen. Maar aan doctoraatsbeurzen komen is echt niet gemakkelijk; je moet natuurlijk een perfect uitgewerkt project hebben maar ze stellen voor de belangrijkste beurzen in Vlaanderen belachelijk hoge eisen zoals zeer hoge punten, publicaties in academische tijdschrijften; enzovoorts, ik heb enkele deadlines gemist; en hier in Engeland heb ik geen recht op een volledige beurs. Het is altijd maar plantrekken en je kan maar weinig steun verwachten... De kans dat ik volgend jaar kan doctoreren is dus zeer klein en dat was even een teleurstelling. Ik zal waarschijnlijk dus een pauze nemen van de universiteit en (minstens) een jaar werken. Waar? Alles ligt open momenteel... We zien wel...

maandag, februari 12, 2007

Intussen in Engeland

Waar 'Opel' 'Vauxhall' heet, 'Becel' boter beter bekend staat als 'Flora'; 'Axe' mannencollectie te vinden is onder 'Lynx'; 'Lays' chips 'Walkers' heten en 'Ola' ijsjes 'Wall’s'; daar wonen we nu ongeveer vijf maanden. We zijn het nu redelijk goed gewoon, maar in het begin was het wennen dat ze hier geen rijst in zakjes hebben, geen goei boter, zelden melk in brikken te vinden is, geen honderd soorten kaas om uit te kiezen en geen slaatjes om je brood mee te bekladden. Over brood gesproken; een van de strafste dingen in het begin was dat we maar geen bakker konden vinden. Dat hebben ze hier eenvoudigweg niet, tenzij voor gebakjes. Maar een echte broodbakker? Njet... Wat ze hier eten is fabrieksbrood uit de supermarkt (dat dan geroosterd wordt). Supermarkten zijn hier wel gemakkelijk open tot elf uur ’s avonds. Ideaal.

Als je dus naar zo’n winkel gaat en je koopt alcohol, dan moet je minimum 18 zijn, maar overal hangen vermeldingen – vrij vertaald - “voelt u niet aangevallen als wij uw ID vragen als ge zo gelukkig zijt om er onder de 21 uit te zien”. Of ik nu zo gelukkig ben als ik er onder de 21 uitzie weet ik niet, en de logica van die redenering ontging me eerst volledig. Je moet 18 zijn maar ze vragen je pas als je er onder de 21 uit ziet? Echt Engels, dat rond de pot draaien. Over ID gesproken, daarmee bedoelt men dus niét ‘de identiteitskaart’. Dat hebben ze hier niet. Een ID is ‘een identiteitsbewijs’. En neen, dat is niet hetzelfde.

Soms maakt men hier - vanuit Vlaamse bril – best vreemde en ondoorzichtige redeneringen. Op een ledenpas voor de bibliotheek moest ik deze vraag beantwoorden: ‘do you consider yourself to be a disabled person?’ Uh? Een valstrik voor dove personen die korting willen maar zichzelf niet als gehandicapt beschouwen en daar dus geen recht op hebben? Maar blijkbaar is dat hier een normale vraag op formulierkes, net zoals het aankruisen van je kleurtje/vorm op een ellenlange lijst van ‘rassen’ van Kaukasisch tot Iers of Afro-Caraïbisch. Waarvoor in godsnaam?

Wat ze wel hebben zijn echte herenkappers met vlijmscherpe messen, veel boekwinkels en lekkere cider. Je ziet prachtige auto’s rondrijden en mooie herenhuizen. Je ziet vaak hele straten met huizen in dezelfde klassiek stijl, een plezier voor het oog en deze stijl wisselt per straat. Het gepeupel op straat varieert van heren met aktentassen en oer-klassieke Engelse Dames (met de grote D, ja) tot kortgerokte vaak geblondeerde meisjes die geen moeite doen om hun buikje te verbergen; en van geüniformeerde schoolkinderen; bedelaars; Indiërs en Oost-Europeanen, tot studenten met Amerika-achtige truien om met de naam van de unief te pronken (ik geef het toe, ik heb er ook zo ene gekocht).

Wat ik dan weer mis van in Vlaanderen is ‘écht bier’; wijn met (échte) kurken in plaats van met plastiek of -het toppunt- een draaiknop. Wat ik ook mis is witloof, het feit dat mijn naam er een zeer normale naam is en weten hoeveel de trein kost (vrije markt hier, dus die prijzen varieren sterk...). Oh, en fietsen!

Fietsen is hier trouwens iets voor de lagere klassen. Bristol is nu niet bepaald fietsvriendelijk, maar toen ik in Preston kwam – wat plat is – liet ik me vertellen dat er wat wordt neergekeken op fietsers. Neerkijken? Fietsen is cool! In Vlaanderen en Nederland toch... Neen, hier is het taxi-land. Op de avonden in de weekends wemelen de straten van de taxi’s, een allegaartje van halfbewuste en half geklede feestgangers en bodyguards langs de cafés. Nog zoiets, die bodyguards. Je raakt dus geen gelegenheid binnen zonder langs één of twee zwartgeklede kerels te moeten. Die je om je 'ID' kunnen vragen, natuurlijk.

Of als je geen taxi neemt.... Stel dat je naar een café bent gegaan op punt A. Dat –razend populaire-café gaat dicht om 11 uur (ja, Engeland), en je moet je met negen mensen verplaatsen van punt A naar punt B. Punt A en B zijn (op een slakkentempo en bergaf) een kwartier van elkaar af. Wat doet men dan? Op dat moment vonden ze het blijkbaar gemakkelijker om met negen (!) mensen in een (gewone) auto te proppen dan om even de benen te strekken. Ach, Engelsen :-)

maandag, februari 05, 2007

Time flies

Dit semester is anders dan het vorige: we hebben geen vast week-lessenrooster maar ‘blocks’. Dat wil zeggen dat we vier weken propvol les hebben en de andere weken nagenoeg leeg zijn. Deze lesweken zijn verspreid over het semester en afgelopen week hadden we er dus zo eentje.

Maar eerst ging ik naar Preston, in Lancashire, om Sibaji te bezoeken. Hij is een Indier die jarenlang in Bombay heeft gewerkt en mij heeft geholpen om mijn thesisonderwerp wat verder uit te werken. Ja ik ga het dus ècht doen, een thesisonderzoek in India! :-) Ergens in mei tot ergens in juni. Preston is zes uur bus en we zijn ook nog naar Manchester geweest. Wat een stad: grote glazen gebouwen en massa’s limousines: ook zoiets typisch Engels. Leuk, allemaal nieuwe gezichten en toffe gesprekken, in een grote toffe bar in de gay-buurt. Het gay-milieu is er wel serieus uitgebouwd, viel me op.

Met Sibaji klikte het goed en we hebben uren en uren gebaard, op zondag zelfs de hele dag! Afgelopen maandag keerde ik terug en op dinsdag begon block week, of beter gezegd block-3-days. We hadden minimum 6 uur les per dag. De nieuwe vakken zijn Deaf History and Deafhood, Advances in Deaf Studies, en Mental Health. De eerste twee vakken werden door Paddy gegeven en het laatste door Mary Griggs. Alledrie zeer interessant maar ik heb mijn hart toch wel verloren aan het middelste, dat echt iets voor mij is. Later in het semester vertel ik wel eens wat meer waarover ze gaan.

Er is nu al meer discussie in de lessen, ook zelf heb ik al wat meer een inbreng. Ik voel dat mijn BSL vooruit begint te gaan. Ik had een tijdje geleden schrik dat mijn BSL op hetzelfde niveau zou blijven hangen maar gelukkig is dat niet zo. Raar, als je een taal leert lijkt het niet geleidelijk te gaan maar met sprongetjes.

Afgelopen weekend is Bram hier geweest, die zich heeft vergapen aan de grote hoogteverschillen in Bristol, de legendarische Engelse meisjes, de heerlijke cider, de prijzen die de pan uit swingen en de hoeveelheid vloeistof die ze hier in een glas gieten (namelijk tot aan de rand vol). Binnen twee weken hebben we terug bezoek en in maart en april wordt het razend druk: vier papers te produceren op korte tijd en in april zit ik ook een week in Holland (voor een workshop) en ja... als ik dan toch in de buurt ben... kom ik ook even naar Vlaanderen... :-)