zondag, oktober 08, 2006

In den beginne

De eerste week is achter de rug, en neen ik heb nog steeds geen les gehad. De introductie waar ze in Leuven een of twee dagen over doen duurt hier een week. Leuk was wel een grote studentenbeurs waar ze smeten met hopen gadgets, van houten lepels tot en met sjaals. Het interessante aan die beurs was wel niet zozeer die hebbedingetjes, maar het feit dat je er voortdurend wordt aangesproken. Als dove personen (die bovendien buitenlands zijn) die in die lawaaiierige ruimte niets verstonden van het Engelse gekakel, waren Dani en ik genoodzaakt meteen aan te geven dat we doof zijn. ‘I’m deaf’, vergezeld door twee vingers op het oor. In Vlaanderen zijn reacties hierop niet om over naar huis te schrijven. Daar zullen ze dan vaak onaantrekkelijk dichtbij komen in je oor te blazen; of de aankondiging ‘ik ben doof’ interpreteren als een doodvonnis voor eventuele verdere communicatie. Op die beurs dus niets van dat alles.
Op de occassionele minder sociaal vaardige mens na, werd er wonderlijk ‘normaal’ en ‘passend’ gereageerd. Dezelfde afstand behoudend gingen die Britten gewoon wat langzamer praten, eventueel vergezeld door wat ruimtelijk handgebruik. Als je vraagt om het op te schrijven staren ze je niet ontredderd of stomverbaasd aan maar lijken ze het de normaalste zaak van de wereld te vinden.

Of ik dat nu niet moeilijk vind, zo zonder mijn vertrouwde Nederlands? Neen, natuurlijk is het anders en heeft het nadelen, maar... het heeft iets. Comfortabel vind ik namelijk dat de scheiding horend doof hier duidelijker is, zonder een behandeling als mentaal minder vaardige persoon als gevolg te hebben.
Een optie die ik hierboven niet vermeld heb in verband met Vlaanderen is namelijk: ze maken uit mijn vloeiende Nederlands-met-vreemd-niet-thuis-te-brengen-accent op dat ‘het wel niet zo erg zal zijn en ik dus wel gewoon een beetje traag zal zijn dus moet je het gewoon nog eens herhalen en vooràl niet duidelijk gaan spreken want dan sta je voor zot’. Dit om dan in veel gevallen wat ongeduldig of ontredderd te reageren als je ze nogmaals niet verstaat. Enkele mensen zullen zich verbazen over wat ik nu ga zeggen, maar het heeft dus niét altijd een voordeel goed te spreken. Spreken en spraakverstaan zijn verschillende dingen maar worden vaak met elkaar verbonden. Goed kunnen spreken kan èrg misleidend zijn. Mensen begrijpen het niet als je de communicatie niet goed volgt: ‘maar je praat toch goed!’. Liplezen is overigens voor een groot deel giswerk, goede liplezers zijn goede gissers. Van enkele woorden of zelfs enkele klanken, gecombineerd met het aanvoelen van situatie en context, maak je een zin. Het heeft iets van het oplossen van een raadsel. Kortom hoe beter je spreekt (en gokt) hoe meer je doofheid naar de achtergrond verdwijnt, overigens zonder dat je daardoor als normaal horende persoon wordt gezien of volledig meekan op sociaal vlak.
Hier heb ik dat niet echt aan de hand. Mijn Engels is niet vloeiend en er valt weinig te gissen in een taal die je niet goed kan aflezen. Hier ben ik duidelijker doof dan in Vlaanderen, zonder dat dat ambetante reacties oproept. Dat heeft dus ook wel voordelen.

De taalsituatie op CDS (Center for Deaf Studies) ligt natuurlijk weer helemaal anders, maar die vind ik voorlopig nog iets te verwarrend om daar over te schrijven. We zijn trouwens met tien masterstudenten waaronder vier doven: Dani (Duitsland), ik, Elizabeth (Noord-Ierland), Rachel uit Wales. De rest is horend en geen enkele ervan kan zich goed uitdrukken in BSL (British Sign Language, de Britse gebarentaal). Ikzelf schakel langzaam over van het gemurmel in internationale gebaren naar meer BSL, niet zonder herhaaldelijk te struikelen over het tweehandige handalfabet. In elk geval geniet ik ervan om mij hier onder te dompelen in de plaatselijke dovengemeenschap en die nieuwe taal te leren. Saaie infosessies over ‘hoe studeren’, ‘hoe gebruik ik een mac’, ‘hoe lees ik mijn lesrooster af’ worden interessant omdat alles een gelegenheid is om BSL op te pikken. De sfeer op het CDS is trouwens erg gemoedelijk en de drempel om in contact te treden met proffen zoals Paddy Ladd en Rachel Sutton-Spence is erg laag. Het is ook ergens een beetje thuiskomen, zo op een plek waar je zelfs een streepje voor hebt als je doof bent.

7 opmerkingen:

Rafael zei

Paddy is een zalige naam :D
Heet em echt zo of is't Patrick?

Ben blij dat ge u goed voelt

xxx

Anoniem zei

Hey Pies! Echt fijn om te horen da alles zo goed gaat en dagge u thuisvoelt daar op school. Een fijne eerste lesweek gewenst! x

Anoniem zei

Ik wacht vol spanning op jouw analyse van de taalsituatie binnen CDS!

Anoniem zei

Ik denk dat die analyse niet lang zal uitblijven daar je je "thuis" voelt.

Rafael zei

Nog 2 werkdagen en de week zit er weer op :D

isabelle smessaert zei

Ik ben erg benieuwd naar je postings over je eerste lessen! En ook naar je beschrijving van de taalsituatie daar.

Anoniem zei

Ben net naar uwe Flickr gaan kijken; mooie foto's! Het ziet er daar echt wel beter uit dan men verwacht van het 'gemiddelde' Engeland... in mijn ogen dan toch. Maarja, bv. Londen en Bristol zullen dan ook wel écht ni vergelijkbaar zijn.
Gisteren dus eerste gebarenles gehad! Was eigenlijk eerst de hele theorie (VGT, NMG, lokale varianten in gebarentalen, etc etc) en dan een kort inleidingske ('Mijn naam is...'). Maar al bij al al ne toffe eerste les. De lerares heet Angelique (nog geen idee van haar achternaam), zegt u da iets? Is een vrouw van pakweg in de 30 à 40, heel grappig mens :) Ik kijk al uit naar volgende week! :) xxx